Of:
– Is een voorzetsel wat een verband tussen 2 dingen aanduidt. Zoals: ‘the floor of my room’ en ‘a piece of wood’
Off:
– Is het tegenovergestelde van ‘on’, bijvoorbeeld in ‘I turned the lights off’
– Gebruik je om te zeggen dat iets weg is van een plek, bijvoorbeeld in ‘my dog ran off’
– Gebruik je om te zeggen dat iets weggehaald is, bijvoorbeeld in ‘I cleaned the dirt off the floor