Een veelgemaakte fout in het Engels is het verwisselen van ‘than’ en ‘then’. Hoewel deze woorden op elkaar lijken, hebben ze toch echt verschillende betekenissen.
Than gebruik je in een vergelijking waar een verschil is, dus waar je in het Nederlands ‘dan’ gebruikt. Bijvoorbeeld in de zin ‘Hij is jonger dan ik.’ Dit wordt in het Engels ‘He is younger than I am.’
Then gebruik je bij een tijdsaanduiding. In het Nederlands gebruiken we hiervoor zowel ‘dan’ als ‘toen’. Bijvoorbeeld in de zin ‘Ik woonde toen in Utrecht.’, dit wordt in het Engels ‘I lived in Utrecht then’. Of de zin ‘We zullen tot dan moeten wachten.’, dit wordt ‘We’ll have to wait until then. Then kan ook nog toenmalig betekenen. Bijvoorbeeld als je zegt ‘de toenmalige koning’, dit wordt in het Engels ‘The then king’.
In het kort:
Je gebruikt than bij een vergelijking en then als je het hebt over tijd.