Een veelgemaakte fout in het Engels is het verwisselen van ‘than‘ en ‘then‘. Hoewel deze woorden op elkaar lijken, hebben ze toch echt verschillende betekenissen.
Than
- Gebruik je in een vergelijking waar een verschil is, dus waar je in het Nederlands ‘dan’ gebruikt.
- Bijvoorbeeld:
- ‘He is younger than I am.’
Then
- Gebruik je bij een tijdsaanduiding.
- In het Nederlands gebruiken we hiervoor zowel ‘dan’ als ‘toen’.
- Bijvoorbeeld:
- ‘Ik woonde toen in Utrecht.’ –> ‘I lived in Utrecht then.’
- ‘We zullen tot dan moeten wachten.‘ –> ‘We’ll have to wait until then.‘
- Then kan ook nog toenmalig betekenen.
- Bijvoorbeeld:
- ‘de toenmalige koning‘ –> ‘the then king‘.