
Heb je je ooit wel eens afgevraagd waarom de eerste maand van het jaar januari heet? Of waarom dit eigenlijk helemaal geen Nederlands woord is?
Bij de meeste vertalingen die je op mijn Instagram en Facebook ziet, zijn er altijd wel wat die op elkaar lijken. Deze week is dat anders, bijna het tegenovergestelde. Er zijn nu maar een paar woorden die juist niet op januari lijken.
Om te begrijpen waarom dit zo is, moeten we terug in de tijd, terug naar waar januari begon.
Waar komt ‘januari’ vandaan?
De oorsprong van een woord noemen we de ‘etymologie’. Dus laten we de etymologie van januari bespreken.

Het Nederlandse woord ‘januari’ is een Latijns leenwoord. Maar een die we in een oudere variant van onze taal al hadden overgenomen. Het is dus met onze taal meeveranderd.
De Latijnse oorsprong van dit woord is iānuārius. Dit komt van Iānus, de naam van de god ‘Janus’, de god van deuren/overgangen en beginnen en eindes. In het Middelnederlands (+-1200) werd dit januare. In het Vroegnieuwnederlands (+-1500) werd dit Januario. Hierna komt de vorm die wij nu kennen, het Nieuwnederlandse januari.
Net als de andere huidige maandnamen is januari langzaam in gebruik gekomen sinds ongeveer de 7e eeuw. Daarvoor werd in het Nederlands de naam louwmaand gebruikt. Deze naam komt waarschijnlijk van het werkwoord louwen wat van looien kom. Dit past ook bij de oude naam van November slachtmaand en de duur van het looiproces.
Januari was niet de oorspronkelijke eerste maand voor de Romeinen. Toen het jaar nog verdeeld was in tien maanden, begonnen ze bij maart. Januari en februari zijn later pas toegevoegd, toen de kalender twaalf maanden kreeg.
Hoe zit dit in andere talen?
Woorden met dezelfde oorsprong
Woorden met dezelfde afkomst noemen we cognaten. Januari heeft er een heleboel, zoals je op de kaart kan zien. Mijn kaart heeft slechts een kleine groep talen, maar hier zien we al goed hoe groot de invloed was van de Latijnse maand op Europese talen.
Op mijn kaart zijn de cognaten:

- IJslands: Janúar
- Noors: januar
- Zweeds: januari
- Deens: januar
- Duits: Januar
- Engels: January
- Iers: Eanáir
- Wels: Ionawr
- Ests: jaanuar
- Hongaars: január
- Lets: janvāris
- Bulgaars: януáри (yanuári)
- Roemeens: ianuarie
- Italiaans: gennaio
- Frans: janvier
- Spaans: enero
- Portugees: janeiro
Maar ook buiten de talen op de kaart zijn er veel cognaten:
bijvoorbeeld in andere Germaanse talen:
- Limburgs: jannewarie
- Luxemburgs: Januar
of andere Slavische talen:
- Russisch: январь (janvarʹ)
- Macedonisch: јануари (januari)
- Slowaaks: január
- Sloveens: januar
of talen uit andere taalfamilies:
- Albanees: janar
- Armeens: հունվար (hunvar)
- Grieks: Γενάρης (Genáris)
- Georgisch:იანვარი (ianvari)
- Maltees: Jannar
Dit is allemaal nog erg Europees, maar dat kunnen we niet zeggen van:
- Arabisch: يناير (yanāyir)
- Afrikaans: Januarie
- Hebreeuws: יָנוּאָר (yánuar)
- Somalisch: janaayo
Hoewel Afrikaans natuurlijk wel een Germaanse taal blijft.
Woorden met een andere oorsprong:
Op de kaart zien we ook enkele woorden die niet uit het Latijn komen.

Fins: tammikuu
Dit is een combinatie van tammi (archaïsch woord voor hart/kern) + kuu (maand). Deze maand markeert het middelpunt van de winter.
Litouws: sausis
Dit komt van saũsas (droog). Op dit punt in de winter is de sneeuw meestal droog en fijn en is de luchtvochtigheid laag.
Pools: styczeń & Oekraïens: сі́чень (síchenʹ)
Styczeń en сі́чень zijn cognaten van elkaar.
Het Poolse styczeń komt van het Oudpoolse sieczeń. Deze, net als het Oekraïense сі́чень, komt van het Proto-Slavische *sěčьnь (januari, wintermaand van houthakken) wat ontwikkeld is uit het Proto-Slavische *sěča (houthakken) wat weer komt van het Proto-Slavische *sěťi (snijden/hakken). Nog verder terug komt dit van het Proto-Balto-Slavische *sektei wat weer helemaal terug gaat naar het Proto-Indo-Europese *sek– (snijden).
Januari, maand van het begin
We hebben dus gezien dat veel talen niet alleen de kalender, maar ook het Latijnse woord januari hebben overgenomen van de Romeinen. Januari is vernoemd is naar de god van beginnen. Dat is ook veel passender bij de eerste maand van het jaar, dan de god van de oorlog. Maar andere talen hebben een meer letterlijke naam, zoals de maand waarin hout gehakt wordt of de sneeuw droog is. Of zoals we vroeger in het Nederlands zeiden: de maand waarin gelooid wordt.
Bronnen:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010). Etymologiebank, op http://etymologiebank.nl/.
Kat IP Pty Ltd (2008). Word Hippo, op https://www.wordhippo.com/
[…] maand schreef ik over de oorsprong van de naam van januari. Als je die gelezen hebt, dacht je misschien wel: maar hoe zit het dan met de andere […]
LikeLike